Drie dingen die je moet weten voordat je gaat spreken

Spreken in het openbaar is een van de grootste angsten van veel professionals. Jammer. En bovendien onnodig. Want met de juiste voorbereiding is iedereen in staat om een krachtige, boeiende presentatie te geven. Het soort presentatie waarbij het publiek aan je lippen hangt. Je kent het wel. En het leuke is: jij kan dit! Neem de tijd om van tevoren deze drie aandachtspunten door te nemen en je vergroot de kans op zo’n succesverhaal aanzienlijk.

1. Weet wie komt luisteren

Je verhaal begint niet bij jou, maar bij je publiek. Dus zorg ervoor dat je je publiek kent. En dan niet: er zullen wel wat mannen en vrouwen van tussen de 25 en 50 jaar komen. Maar ken je publiek. Echt. Stel jezelf vragen als: waarom zitten zij daar? Zijn ze vrijwillig komen luisteren of moeten ze van iemand anders jouw praatje bijwonen? Wat zal het gemiddelde opleidingsniveau zijn? Breng je publiek duidelijk in kaart. En gebruik die kaart vervolgens om je presentatie aan te passen aan je publiek.

Tijdens het onderzoek dat ik deed tijdens mijn Master leerde ik een belangrijke les van een huisarts. Ik deed onderzoek naar hoe jonge artsen hun consulten voeren in vergelijking met artsen met +10 jaar ervaring. Een ervaren huisarts wees mij er op dat hij zich elke dag bij afvroeg: ‘waarom komt deze patiënt met deze klacht vandaag bij mij op het spreekuur?

In die antwoorden zat al een deel van de diagnose én het advies. Verplaats je heel goed in de wereld die zich afspeelt aan de andere kant van de tafel. Dat is voor sprekers ook van cruciaal belang. Wie zit er vandaag te luisteren en waarom?

Inleven in vier vragen

Je inleven in de luisteraar. Zeer belangrijk. Laten we daar aan de hand van de eerste tip ‘Weet wie komt luisteren’ iets verder induiken. Je maak een schets van je publiek.

  1. Wie komen er?
  2. Waarom zijn ze aanwezig?
  3. Wat typeert de doelgroep?
  4. Waar zit hun energie en passie?

Dit opschrijven heeft iets lastigs. Het is namelijk jouw eigen observatie. Er het is ontzettend subjectief. Toch is het aan de tekentafel goed om dit te doen. Maar dan moet je ook de onmisbare tweede stap zetten. Check of jouw overtuigingen en uitgangspunten kloppen.

Je moet ook de onmisbare tweede stap zetten: Check of jouw overtuigingen en uitgangspunten kloppen.

Leg je verhaal voor aan de doelgroep

Verdiepen je schets door met een aantal mensen uit je doelgroep te bellen. Dat hoeven niet specifiek mensen te zijn die je presentatie bijwonen, maar mensen met dezelfde beleefwereld.

Leg je verhaal eens voor aan een student als je een praatje op de universiteit gaat houden. Bel eens iemand uit je LinkedInlijst die werkt in de sales als je voor een groep verkopers gaat praten.  Je zult zien dat je op basis van die gesprekken andere woorden, andere zinnen en een andere structuur zult kiezen. Niet heel grote aanpassingen, maar op detailniveau merk je vanzelf wat past bij de luisteraar en wat niet. Je presentatie aan de tekentafel bedenken heeft als nadeel dat je deze cruciale feedback mist.

Echt waar, dat ene gesprek, dat ene telefoontje geeft je inzichten die je presentatie meteen weer een stuk beter maakt. Praat éérst met mensen en dan tegen mensen is het advies.

2. Weet wat je punt is

Wat zou je zeggen als je presentatie bestond uit één enkele zin? Sad but true: je toehoorders kunnen onmogelijk alles onthouden wat je zegt. Al doe je nog zo je best. Het is dus jouw taak om ruis weg te laten. Hou je punt kort en bondig en focus op wat er voor je publiek te halen is in plaats van te dwalen over zijweggetjes. Presenteer je bijvoorbeeld de resultaten van een onderzoek? Begin je verhaal dan met de conclusie. Grotere kans dat het beklijft.

3. Weet wat er moet gebeuren nadat je het podium verlaat

Verhalen zonder doel? Bewaar die maar voor een een-op-eentje in de kroeg. Presenteren voor een groep mensen doe je nooit zonder reden. Sterker nog: je wilt mensen waarschijnlijk aansporen om iets te doen nadat ze je verhaal hebben gehoord. Bewaar je oproep daarom voor het laatste moment. Zonder eromheen te draaien. “Dit was het. Ik wens je nog een veel plezier met presenteren” is geen goede afsluiter als je daadwerkelijk iets van je publiek verwacht. 

Bron: https://boommanagement.nl/artikel/drie-dingen-die-je-moet-weten-voordat-je-gaat-spreken

Scroll naar boven